Ooglaseren
Laserbehandeling ogen

Inleiding: Het optisch systeem van het oog
Eenvoudig gesteld kan men de werking van het optisch systeem van het oog vergelijken met een camera. Waar in een camera het beeld wordt scherpgesteld op de beelddrager (film, videoband of CCD) gebeurt dit in het oog op het netvlies.
Het optisch systeem van het oog omvat het hoornvlies (2/3 optische sterkte) en de lens(1/3 optische sterkte), beiden verantwoordelijk voor de scherpstelling. In tegenstelling tot het hoornvlies met een vaste scherpstelling kan de lens bij jongere personen scherp stellen op wisselende afstanden. Hierdoor kunnen jongere personen zowel ver als dicht scherp stellen.
Vanaf de leeftijd van 40 jaar gaat dit soepel instelvermogen van de lens snel achteruit zodat men dan een aparte correctie nodig heeft om te lezen (leesbril of bi/multifocale glazen) = presbyopie. Bij een onevenwicht tussen de scherpstelling van het optische systeem en de aslengte van het oog spreekt men over een refractieafwijking van het oog.
Om goed te zien, is het volgende nodig:
Een aangepast optisch systeem met scherpstelling op het netvlies
Een goede functie van dit netvlies
Een goede functie van de oogzenuw, die de ogen met de visuele cortex van de hersenen verbindt. De visuele informatie door het oog waargenomen wordt in de hersenen immers verwerkt tot een visuele gewaarwording (= zicht)
Indicaties en voorbereidend onderzoek bij ooglaseren/laseroperatie
Bij een refractieve laserbehandeling wordt een correctie uitgevoerd van een refractieve afwijking zoals bijziendheid, astigmatisme of verziendheid.
Voorwaarden om in aanmerking te komen voor het ooglaseren:
- Leeftijd minstens 18 jaar
- Bij voorkeur een stabiele refractie met andere woorden geen recente aanpassing van bril of lenzen
- Behalve refractieafwijking geen oogziekten
- Goede algemene gezondheid
Door middel van een uitgebreid vooronderzoek zal worden nagegaan of uw ogen wel in aanmerking komen voor een dergelijke laserbehandeling. De mogelijke verwachtingen en de eventuele kans op complicaties worden uitvoerig besproken. Om het vooronderzoek in goede omstandigheden te laten gebeuren is het wenselijk dat contactlenzen enkele dagen voorafgaand aan dit onderzoek worden uitgelaten (zachte lenzen minstens één dag, harde lenzen één week).
OPD scan corneatopografie
- De oppervlakte van het hoornvlies (structuur die zal worden gelaserd) wordt nauwkeurig in beeld gebracht en gescreend op onregelmatigheden.
- Bepaling van de exacte kromming van het hoornvlies
Pentacam
- Onderzoek waardoor een 3D reconstructie mogelijk is van het voorste oogsegment
- Diktemeting van het hoornvlies over de totale oppervlakte
- Beste mogelijke screening op mogelijke risico’s op keratoconus hetgeen een tegenindicatie vormt voor refractieve laserchirurgie
Refractieafwijking bijziendheid of myopie
Bijziendheid is de meest voorkomende refractieafwijking van het oog. Bij bijziendheid ziet men beter dichtbij dan ver. Het scherpstellend vermogen van het optisch systeem is relatief te sterk volgens de aslengte van het oog, met andere woorden het oog is relatief te lang en het beeld valt voor het netvlies. Correctie van bijziendheid is mogelijk door optische hulpmiddelen (negatieve brilglazen, contactlenzen) hetzij door rechtstreeks het brekend vermogen van het optisch systeem te verzwakken door middel van ooglaseren of lensimplantatie.
Wanneer ontstaat bijziendheid?
Bijziendheid ontstaat meestal in de jeugdjaren tussen 7 en 16 jaar en stabiliseert rond de volwassenheid. De oorzaak van bijziendheid is hoofdzakelijk erfelijkheid.
- Beide ouders bijziend = 30% kans op bijziendheid bij kinderen.
- Eén ouder bijziende = 20% kans op bijziendheid bij kinderen.
- Geen bijziendheid bij ouders = 5% kans op bijziendheid bij kinderen.
De verspreiding van bijziendheid in de bevolking bedraagt rond de 20% in de westerse wereld en het dubbele hiervan (40%) in sommige oosterse landen zoals China. Bepaalde studies suggereren een verband tussen het ontstaan van myopie der ogen en veel werk op korte afstand (lezen, PC,.).
Enkele praktische feiten over bijziendheid
10/10 of 6/6 of 1.0 gezichtsscherpte stemt overeen met een normaal gezichtsvermogen of het lezen van gestandaardiseerde kleine letters op een afstand van 6 m. Indien deze regel slechts op de halve afstand kan gelezen worden bedraagt de scherpte 3/6 of 5/10.
- 0.75 dioptrie myopie doet de gezichtsscherpte terugvallen tot 0.5
- 1.50 dioptrie myopie reduceert de gezichtsscherpte tot 0.25
- 2.50 dioptrie myopie reduceert de gezichtsscherpte tot ongeveer 0.05 hetgeen overeenstemt met de definitie van legale blindheid.
Volgens een studie zijn er in een land zoals India ongeveer 2 miljoen mensen blind wegens niet gecorrigeerde bijziendheid (wegens niet beschikbaarheid aangepaste bril).
Refractieafwijking verziendheid of hypermetropie
Bij verziendheid ziet men relatief beter ver dan dichtbij. Bij grotere afwijkingen en naarmate de leeftijd toeneemt zal echter ook het vertezicht afnemen. Het scherpstellende vermogen van het optisch systeem is bij verziendheid relatief te zwak volgens de aslengte van het oog. Met andere woorden het oog is relatief te klein en het beeld valt achter het netvlies. Correctie van verziendeheid is mogelijk door optische hulpmiddelen (positieve brilglazen of contactlenzen) hetzij door rechtstreeks het brekend vermogen van het optisch systeem te versterken (laserchirurgie, lensimplantatie).
Wanneer ontstaat verziendheid?
Verziendheid komt voor bij ongeveer 1 op 4 mensen en neemt toe volgens de leeftijd. De oorzaak van verziendheid is grotendeels erfelijkheid.
Jonge personen kunnen wegens de soepelheid van de ooglens (accommodatie) hun verziendheid nog compenseren indien deze niet te uitgesproken is. Naarmate de leeftijd toeneemt daalt dit accomodatievermogen waardoor het zichtprobleem zich toch zal manifesteren.
Symptomen van verziendheid:
- Moeilijkheden om dicht te zien.
- Wazig zicht in de verte, afname scherpte evenredig met graad van verziendheid.
- Vermoeide ogen, hoofdpijn.
- Scheelzien bij kinderen
Refractieafwijking astigmatisme
Astigmatisme is een afwijking van het optisch systeem van het oog waarbij de scherpstelling in een asrichting (vb. horizontaal) verschilt van deze in een andere asrichting (vb. verticaal). Meest voorkomende oorzaak is corneaal astigmatisme, d.w.z. in plaats van de normale bolronde vorm van het buitenste hoornvlies is deze ovaal. Het beeld valt in een asrichting op het netvlies, in een andere as (meestal loodrecht hierop) voor of achter het netvlies. Correctie van astigmatisme is mogelijk door optische hulpmiddelen (cylindrische glazen of contactlenzen), hetzij door de vorm van het hoornvlies bij te slijpen met behulp van laserchirurgie.
Wanneer ontstaat astigmatisme?
Astigmatisme komt voor bij ongeveer 30% van de mensen, soms in combinatie met bijziendheid of verziendheid. Deze afwijking is meestal aangeboren en blijft meestal constant tijdens het levensverloop.
Symptomen van Astigmatisme:
- Volgens de ernst van het astigmatisme zal de kwaliteit van het zicht afnemen en dit zowel voor ver als voor dicht.
- Vermoeide ogen en hoofdpijn.
Het doel van ooglaseren
Terugschenken van de vrijheid om goed te kunnen functioneren zonder optisch hulpmiddel.
Oplossing voor het niet verdragen van contactlenzen of bril

Principe en technische uitvoering ooglaseren
De laserbehandeling van het oog gebeurt door middel van laserpulsen met een golflengte van 192nm kan er uiterst precies hoornvliesweefsel worden weggenomen (minder dan 1µ = een duizendste van een millimeter per puls). In functie van het aantal laserpulsen en de plaatsing ervan op het oog kan een welbepaalde hoeveelheid hoornvliesweefsel worden verwijderd waardoor er een correctie kan gebeuren van een refractieafwijking. Aanvankelijk werd de buitenkant van het hoornvlies bijgeslepen (PRK) hetgeen een grote uitwendige wonde veroorzaakte met als gevolg veel pijn en een langdurige genezing.
In het midden van de jaren ’90 werd de lasiktechniek op punt gesteld. Hierbij werd door een uiterst precies mesje een scharnierend flapje gemaakt van het buitenste hoornvlies. In een volgende stap wordt dit flapje opzij geklapt en wordt de binnenkant van het hoornvlies bijgeslepen. Tenslotte wordt het flapje teruggelegd op de oorspronkelijke plaats zodat als het ware een lichaamseigen verband over de wonde wordt gelegd. Dit heeft een duidelijke verbetering gegeven van het comfort na de laserbehandeling met praktisch wegvallen van de pijn en een snelle recuperatie van het zicht.
Het Laser Refractie Centrum te Sint Martens Latem waaraan Dr Kesteloot verbonden is heeft de lasiktechniek in België geïntroduceerd(’96). Het beschikt als laserbehandeling kliniek in België over 2 refractieve lasers waaronder een ultramoderne laser met kleine laserspots en een uiterst efficieët camera-volgsysteem om de oogbewegingen tijdens de laserbehandeling te volgen.

Complicaties ooglaseren
Refractieve laserchirurgie is een zeer veilige laseroperatie techniek. Verschillende oogartsen hebben reeds hiermee hun eigen ogen laten behandelen. Een laserbehandeling, hoe veilig ook, kan echter nooit 100 procent succes garanderen. Weliswaar zijn er enkele belangerijke elementen waardoor het operatierisico zo klein mogelijk kan worden gehouden zoals de ervaring en de vaardigheid van de chirurg en de kwaliteit van de medische infrastructuur. Het optreden van een verwikkeling wil niet zeggen dat er geen gunstig operatieresultaat kan zijn. Mede door ervaring zal een chirurg een complicatie vroegtijdig erkennen en behandelen zodat het resultaat er meestal niet onder zal lijden. Dokter Kesteloot zal tijdens het vooronderzoek de mogelijkheid op complicaties uitvoerig belichten.
Zeldzaam kunnen volgende problemen optreden bij ooglaseren:
Kans op droge ogen
Dit is een relatief frequente klacht na een lasik laseroperatie. Veel van de kandidaten voor laserbehandeling hebben contactlensproblemen veroorzaakt door droge ogen. In geval van droge ogen na lasertherapie worden kunstranen voorgeschreven om het oog beter te bevochtigen. Meestal treedt er een spontane verbetering op na enkele weken tot maanden na de laseroperatie.
Onder- of overcorrecties
Hoewel de laser een uiterst precies instrument is (tot op een micron= duizendste van een mm nauwkeurig) kunnen individuele verschillen tussen patiënten toch zorgen voor een afwijkend behandelingsresultaat. Meestal kan dit verholpen worden door een bijcorrectie uit te voeren.Zeldzaam (minder dan 5%) kan er nog een bepaalde graad van afhankelijkheid blijven bestaan van een optisch hulpmiddel.
Verminderd nachtzicht/strooilicht
Dit probleem kan ook optreden zonder dat een laserbehandeling werd ondergaan.Na laserbehandeling kan dit probleem in sommige gevallen nog toenemen.Een dergelijke klacht zal zich meer manifesteren bij hogere refractieafwijkingen. Meestal vermindert deze klacht na enkele weken tot maanden.
Kans op intra-operatieve complicaties
Zoals bij elke operatie kan elke stap van refractieve laserchirurgie aanleiding geven tot verwikkelingen. De ervaring van de chirurg zal de kans op dergelijke problemen minimaal houden.
Infectierisico
Zelden kan er wondbesmetting optreden. De kans op infectie bij ooglaseren is zeer klein gezien er gedurende 7 dagen na de ingreep preventief antibiotica oogdruppels moeten worden ingedruppeld
Kans op verminderde kwaliteit van het zicht
Tgv. complicaties (flapproblemen, infectie..) kan de optische kwaliteit van het hoornvlies afnemen waardoor de kwaliteit van het zicht negatief zal beïnvloed worden.
Femto Lasik
Een gloednieuwe evolutie in de refractieve laserchirurgie is het snijden van het oppervlakkige hoornvliesflapje met een speciaal daarvoor ontworpen laser, de femtolaser. Deze staat ter vervanging van het mechanische keratoom waarmee tot dusver het flapje wordt gesneden. Deze femto lasik techniek verenigt het beste aller werelden doordat het de voordelen van de lasiktechniek (groot comfort en snelle genezing) combineert met een minimaal traumatische creatie van…
Nieuwste laserchirurgie technieken: correctie van golffrontaberraties (wavefront guided lasik)
Het begrip golffrontaberraties stamt uit de astronomie. De telescopische waarnemingen worden gestoord door optische onregelmatigheden in de dampkring. Actueel poogt men de optiek der telescopen zo aan te passen dat de onregelmatigheden van de atmosfeer min of meer gecompenseerd worden (adaptive optics). Om dezelfde reden is het interessant om een telescoop buiten de dampkring te plaatsen (Hubble telescoop)…